101 kampeer tips

 

 

 

 

 

 

Als je nu gaat kamperen op een camping of met de scouting in een bos, er zijn altijd manieren om je outdoor ervaring makkelijker, veiliger en meer milieubewuster te maken. Maak gebruik van onderstaande tips die bij jou kampeerstijl passen.

Opzetten van je kampeerplek.

1.Arriveer vroeg. Geef je zelf genoeg tijd om je kampeerplek in te richten voor het donker is.

2.Zoek een valk stuk vrij van Rommel. Als je op een helling moet slapen ga dan altijd met je hoofd naar boven liggen.

3.Kijk omhoog! Vallende taken, grote dennenappels en dode taken kunnen gevaarlijk zijn als ze vallen.

4.Ga nooit onder een enkele boom staan, vooral niet op hooggelegen gebied. De boom (en jij) zijn een bliksem vager tijdens onweer.

5.Rol je slaapzak meteen na het opzetten van de tent uit, als het dan tijd is om te slapen is de voering uitgezet naar zijn normale vorm, deze geeft dan de volledige isolatie en dus warmte. Het zelfde geld voor je zelfopblaasbaar matje.

6.Gebruik haringen voor je tent. Bij een kleine storm kan je tent met al de spullen erin weggeblazen worden. Zelfs met kleine kinderen.

7.Los zand? Leg dan een grote steen of boonstronk op de haring zodat deze in de grond blijft zitten.

8.Harde (rots) grond en je krijgt er geen haring in? Gebruik stenen in de hoeken van je tent om deze op zijn plaats te houden.

9.Let op voor mogelijk gevaar zoals mierenhopen, wespen nesten of stapels stenen, taken of bladeren hier kan ongedierte inzitten.

10.Ga nooit kamperen in een natuurlijk waterverloop of droge rivier. Een regenbui zelfs kilometers verderop kunnen jou kampeerplek in een rivier veranderen.

11.Zet je tent zo neer dat de morgenzon er opvalt. Het zorgt er voor dan bij die frisse ochtenden een stukje warmer word. Is het heet zomerweer en je wilt niet te vroeg op? zet dan je tent juist waar de zon in de ochtend schijnt (de zon komt op in het oosten)

12.In een dal is het altijd kouder en vochtiger dan de heuvelwand. De heuvel top is bijna altijd meer gevoelig voor het weer en dus regen. Zoek daarom een mooie plek in het midden.

13.Mensen houden van kamperen naast het water, maar als dat water stil staat is het zeer waarschijnlijk dat hier een grote populatie van insecten leven.

14.Als het mogelijk is bepaal waar de wind in de middag of avond vandaan komt. Plaatst he tent voor de wind van je geplande kampvuurplek. Zo komt de rook niet in je tent en dus je slaapplek.

15.Gebruik een extra zeil voor onder je tent (als deze een dun grondzeil heft) dit geeft een extra isolatie en beschermt de tent tegen grote slijtage.

16.Warm weer en het zit vol insecten? Plaats dan je tentdeur tegen de wind in. De wind koelt je tent een beetje af en muggen blijven weg. Deze blijven liever uit de wind.

17.Storm- en regenachtig weer? Plaatst dan een punt van de tent in de richting van de wind. Dit breekt de wind beter en houdt de regen tegen van het binnen waaien door de deur.

18.Zet je tent niet dichter als 60 meter bij het water (meer, beek of rivier) dit zorgt ervoor dat je vieze afwaswater of buiten “toilet” zo minmogelijk impact heeft op de waterkwaliteit.

 

Uitrusting en kleding.

19.Oefen het opzetten van een tent eerst thuis.

20.Behandeld en naden van je tent met impregneermiddel Zo heb je drogere nachten. De impregneermiddelen zijn te koop bij een buitenspot winkel.

21.Zoek je een tent voor veel en lang kamperen kies dan voor aluminium tentstokken i.p.v. fiberglas. Deze zijn steviger en gaan lager mee.

22.Je kunt de connectiepunten tentstokken met nat superfijn schuurpapier polijsten zodat ze makkelijker in elkaar passen

23.Als uw aluminium stokken vast in elkaar zitten kun je 1 deel verwarmen

24.Als je een laag budget hebt bespaar dan niet op tent of slaapzak. Dit zijn de 2 belangrijkste kampeer onderwerpen. Bespaar op de andere kampeerartikelen (Goed is niet het zelfde als super duur)

25.Sommige tenten hebben een overdreven slaap capaciteit. 90cm breedte per persoon is ideaal voor slaapcomfort

26.Reinig, droog en lucht je tent na elke kampeertrip. De tent zal veel langer meegaan en zo voorkom je schimmel.

27.Controleer ruim voor vertrek op een kampeertrip je tent. Dan heb je nog tijd genoeg om defecte onderdelen te repareren of vervangen

28.Als je een tent koopt zoek er dan 1 met een voortent. Hier kun je je schoenen en natte spullen veilig opbergen.

29.Er zijn tenten met een bagage “zolder” (een net waar je spullen in kan leggen. Dit is ideaal om natte sokken of kleren te laten drogen.

30.Insecten zijn aangetrokken tot felgekleurde dingen.

31.Als je gaat hiken zorg dan voor geode speciale wandelsokken. Deze gaan zweet en blaren tegen.

32.Zorg voor makkelijke sneldrogende kleding als u gaat kamperen of hiken.

33.Laagjes zijn de sleutel tot een succesvolle kampeer outfit. Je hebt een basis-laag, een middel-laag (isolatie zoals fleece) en een bovenlaag (regenjas) nodig

34.Loop nieuwe schoenen ruim van te voren in (weken) voor dat je daar mee gaat hiken. Dit voorkomt blaren. Dit kan gedaan worden door deze enkele uren per dag in huis te dragen.

35.Neem altijd reserve veters mee voor je schoenen.

36.Als je niet gaat backpacken of geen uitgebreide hikes gaat lopen zijn dure schoenen niet nodig. Zorg wel dat je wel goed schoenen hebt om stukken te wandelen

37.Een pet is noodzakelijk, deze houdt de zon uit je gezicht en van je hoofd bij warm weer en bij koud weer houdt deze de warmte vast (grootse oorzaak van warmte verlies) bij koud weer is een muts natuurlijk ook goed)

38.Zorg voor een goed zonnebril die je ogen beschermt tegen de zonnestralen.

39.Houd je brander schoon, in het bijzonder gas fittingen en brander-kop. Verstopte branders werken inefficiënt en kunnen lekken wat brandgevaar oplevert.

40.Zorg voor minimaal 2 zaklampen en reserve batterijen voor elke. (bijvoorbeeld een grote en kleine)

41.Overweeg een verrekijker als je gaat kamperen. Je kunt zo nog meer uit je kampeerervaring halen doordat je meer van de natuur om je heen zult zien.

42.Als gewicht geen issue is neem een kleine bijl of zaag meer voor het klein maken van brandhout.

43.Neem een (opvouwbare) schep mee. Deze kan je gebruiken bij het graven van een hudo of het opruimen na een kampvuur.

44.Een hoofdlamp ziet er misschien stom uit maar ze zijn hun gewicht in goud waard als je 2 handen nodig hebt in het donker.

45.Berg je kampeerspullen op in opslagbakken. Dit is ideaal om het gesorteerd te houden of te verplaatsen van je huis naar de auto.

46.Donzen slaapzakken zijn het beste voor isolatie, echter wanneer nat verliezen ze hun luchtigheid en warmte vasthoudend vermogen. Drie-seizoenen synthetische slaapzakken zijn meestal goedkoper en een goede keuze voor kamperen met het hele gezin.

 

Warm blijven

47.Draag ‘s avonds een pet of muts deze houdt je lichaamswarmte vast.

48.Ga niet koud naar bed. Voorafgaande fysieke activiteiten zorgen er voor dat je de nacht warm begint.

49.Draag een basis lag in bed (lang ondergoed)

50.Een isolatiematje is cruciaal voor de warmte, zonder deze zal de koude grond zo je lichaam instralen dwars door je slaapzak heen.

51.Wind steelt warmte. Houd je tent dicht. Als het moet, lucht dan aan de kant waar de wind niet opstaat.

52.Stop je schone sokken en ondergoed voor de volgende ochtend onder in je slaapzak, zo zijn ze de in de ochtend lekker warm.

53.Neem een slaapzak met opties zoals tochtstrip (zodat via de ritsen geen warmte verloren gaat. Ook een kraag of capuchon zorgt dat je warm blijft.

54.Ook al voelt het in het begin lekker warm, het drinken van alcohol voor het slapen gaan zorgt voor een enorm warmte verlies gedurende de nacht.

 

Kampeerkeuken

55.In een gebied met wilde dieren kook minimaal 30 meter van je slaapplek zodat de geur van voedsel en drinken wat gemorst wordt geen hongeriger bezoekers trekt.

56.Zorg dat je eten ook goed afgesloten bewaard wordt zodat dit geen ongedierte of wilde dieren aantrekt.

57.Kook op een brander. Kampvuren zijn moeilijker te controleren en de kans is groot dat je eten of vingers verbranden.

58.Vries voor vertrek je vlees in zo blijft het langer goed.

59.Als je echt glazenflessen mee moet nemen pak deze dan in aluminiumfolie in. Doe dit in een dit in een druk-sluit zak zodat als deze breekt komen glasscherven niet in de natuur.

60.Gebruik een windscherm voor je brander dit bespaart brandstof en bereidingstijd.

61.Een tarp gespannen boven je kookplek (minimaal stahoogte) houdt vallend vuil en regen uit je eten.

62.Gebruik NOOIT een brander, lamp, verwarming of ander apparaat op een brandstof (Gas, benzine etc.) in een tent. De tent kan branden en de vrijgekomen dampen verstikken.

63.Als gewicht geen probleem is. Investeer in een paar gietijzeren kook gerijen. Een diepe koekenpan of Dutch oven kan 90% van je ten koken

64.Zwarte pannen verwarmen veel sneller dan glimmende, reflecterende pannen

65.Neem altijd extra brandstof voor lampen en branders mee.

66.Neem 3 soorten vuurmakers mee (aanstekers, lucifers etc.) waterproof of geseald in plastic zakken. In theorie zal er altijd wel 1 werken.

67.Filter, kook of ontsmet al je drinkwater als het niet van een bekende zuivere bron komt. Hoe schoon de beek ook lijkt het is het niet.

68.Bij het voedsel inpakken vergeet geen kruiden. Peper en zout kunnen elke maaltijd lekkerder maken.

69.Vergeet geen pan houder. Als je het wel doet gebruik dan een dikke stok.

70.Neem een blikopener mee. Een mes of hamer is een gevaarlijk alternatief.

 

Sanitair en Hygiëne

71.Als je kampeert op een camping met vuilnisbakken gebruik ze dan. Als je in de natuur kampeert neem dan alles wat je hebt meegenomen ook mee terug laat geen spoor van je aanwezigheid achter

72.Doe je toiletpapier in een druk-sluit zak. Zo blijft het droog en schoon onder alle omstandigheden. Nat toiletpapier werkt niet,

73.Neem stevige vuilniszakken mee en doe ze evt. dubbel zodat ze niet scheuren en de inhoud er uit komt.

74.Als je met een caravan kampeert neem lange rubber handschoenen mee om het reinigen van de septic tank aangenamer te maken.

75.Je moeder heft het je al verteld. Was je handen met (warm) water en zeep voor je gaat koken gebruik evt. ook een desinfectans. Vooral bij het kamperen is schoonwaswater niet altijd voorhanden.

76.Als er geen gootsteen of putje in de buurt is, giet dan je overtollige afwas- en kookwater weg op 60 meter van rivier, sloot of meer. Zo zorg je er voor dat dit water niet vervuild raakt.

77.Gooi of begraaf nooit etensresten. Vliegen en dieren zullen dit vinden en ook de personen die na jou komen kamperen

78.Gebruik biologisch afbreekbare zepen.

79.Als je een bad wil nemen in rivier, beek of meer gebruik dan geen zeep. Zelfs biologisch afbraakbare zeep laat resten achter voor een relatief lange tijd.

80.Urineren in de natuur is relatief eco-vriendelijk, als je het maar niet doet vlakbij bij je kampterrein, pad, meer of rivier.

81.Als je een grotere boodschap moet doen in de natuur doe het dan niet vlakbij bij je kampterrein, pad, meer of rivier. Graaf ook eerst een kuiltje die je daarna weer dicht gooit.

 

Kamperen met kinderen

82.Neem een damspel mee. Het is een simpel spel die door jong en oud met plezier gespeeld kan worden

83.Een set spelkaarten is een winnaar voor elke kampeertrip.

84.Kampeer de eerste keer eens met je kinderen in de achtertuin voor je echt gaan kamperen. Dit is een goede manier om kinderen te laten wennen aan het buitenslapen.

85.Geef kinderen zijn eigen kussen en knuffel mee. Een beetje herkenbaarheid doet het altijd goed.

86.Geef elk kind een zaklamp. Het gebruik leren van deze basis kampeeruitrusting is een goede manier om te beginnen. Daarnaast is het ook nog extra leuk.

87.Overweeg kampeerlantarens die werken op batterijen. Geen vlammen, geen hitte, geen gevaar.

88.Kleed kinderen zoals je jezelf zou kleden, dus met de juiste lagen. Kinderen overhitten of koelen veel sneller af als volwassenen.

89.Splits lange autoritten op in sigmaneten. Stop op plekken met speciale interessante dingen.

90.Wandelstokken, gekocht of zelfgemaakt van een tak, maakt het wandelen een stuk makkelijker en leuker voor het kind.

91.Zorg dat je bij een wandeltocht langs leuke plekken komt, zoals een speelplek of zwemmeertje.

92.Geef elk kind een goedkoop cameraatje. Een wegwerpcamera is hier ideaal voor.

93.Leer kinderen de basis regels om niet te verdwalen.

a.Ga niet alleen op pad.

b.Denk aan waar je bent en bent geweest.

c.Als het nodig is vraag de weg.

94.Leer kinderen wat ze moeten doen als ze toch verdwalen.

a.Blijf waar je bent.

b.Blijf kalm

c.Maak lawaai zodat mensen die je zoeken je kunnen horen. (een fluit om de nek is hier ideaal voor)

 

Nuttige dingen om meet te nemen of te doen.

95.Neem een pakje floss mee. Dit is beter dan een tandenstoker, en sterk genoeg als je een draad nodig hebt om iets te repareren of als nood schoenveter.

96.Neem een rol Duck tape mee. Er zijn op zijn minst 101 toepassingen voor Duke tape, van eerste hulp tot tent reparatie.

97.Neem een klein schaartje mee. Dit is nuttig voor een hele hoop dingen. Zoals EHBO en het repareren van allerlei dingen.

98.Neem altijd een klein naaisetje mee. Heb je ooit proberen te wandelen met een broek waar de knoop van af is?

99.Drink tijden een lange wandeling kleine slokjes water gedurende de gehele dag. Je weet pas als je uitgedroogd bent als het te laat is. Dit voorkom je door constant te hydrateren.

100.Laat je schoenen buiten de tent zodat deze schoon blijft. Heeft je tent geen voortent stop ze dan in een vuilniszak om ze droog te houden.

101.Maak een geode planning. Een geode doordachte kampeertrip heft veel meer kans van slagen en dus meer plezier.

 

Top 10

De volgende 10 items worden als standaard gezien die iedere kampeerder mee zou moeten nemen.

1.Reserve kleding (in een waterproof verpakking) zelfs bij een dag wandeling extra sokken

2.Een goed zakmes

3.EHBO set

4.Een kompas en een kaart van de omgeving

5.Extra voedsel zoals (energie)repen

6.Water (minimaal 1 liter)

7.Lucifers (waterdicht verpakt) en een aansteker.

8.Vuurstarter

9.Zaklamp

10.Zonnebril.

 

Deze spullen neem ik altijd mee zelfs op een dagtocht. Maar ik neem ook nog mee: zonnebrand, insecten weerde spray, lipbalsem, kauwgom, pen en papier en fluit.